Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal carillonner

Vertaal carillonner van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. carillonner:

Frans

Uitgebreide vertaling voor carillonner (Frans) in het Nederlands

carillonner:

carillonner werkwoord (carillonne, carillonnes, carillonnons, carillonnez, )

  1. carillonner (sonner)
    luiden
    – een helder klinkend geluid laten horen 1
    • luiden werkwoord (luid, luidt, luidde, luidden, geluid)
      • de klok luidt1
    beieren
    • beieren werkwoord (beier, beiert, beierde, beierden, gebeierd)
  2. carillonner (tinter; sonner; tintinnabuler; retentir; cliqueter)
    tinkelen; rinkelen; tingelen; klingelen
    • tinkelen werkwoord (tinkel, tinkelt, tinkelde, tinkelden, getinkeld)
    • rinkelen werkwoord (rinkel, rinkelt, rinkelde, rinkelden, gerinkeld)
    • tingelen werkwoord (tingel, tingelt, tingelde, tingelden, getingeld)
    • klingelen werkwoord (klingel, klingelt, klingelde, klingelden, geklingeld)
  3. carillonner (heurter; téléphoner; se cogner; sonner)
    luiden; bonzen
    • luiden werkwoord (luid, luidt, luidde, luidden, geluid)
    • bonzen werkwoord (bons, bonst, bonsde, bonsden, gebonsd)
  4. carillonner (cliqueter; tintinnabuler; sauter; )
    rammelen; kletteren
    • rammelen werkwoord (rammel, rammelt, rammelde, rammelden, gerammeld)
    • kletteren werkwoord (kletter, klettert, kletterde, kletterden, gekletterd)
  5. carillonner (sonner; tinter)
    klokluiden
    luiden
    – een helder klinkend geluid laten horen 1
    • luiden werkwoord (luid, luidt, luidde, luidden, geluid)
      • de klok luidt1

Conjugations for carillonner:

Présent
  1. carillonne
  2. carillonnes
  3. carillonne
  4. carillonnons
  5. carillonnez
  6. carillonnent
imparfait
  1. carillonnais
  2. carillonnais
  3. carillonnait
  4. carillonnions
  5. carillonniez
  6. carillonnaient
passé simple
  1. carillonnai
  2. carillonnas
  3. carillonna
  4. carillonnâmes
  5. carillonnâtes
  6. carillonnèrent
futur simple
  1. carillonnerai
  2. carillonneras
  3. carillonnera
  4. carillonnerons
  5. carillonnerez
  6. carillonneront
subjonctif présent
  1. que je carillonne
  2. que tu carillonnes
  3. qu'il carillonne
  4. que nous carillonnions
  5. que vous carillonniez
  6. qu'ils carillonnent
conditionnel présent
  1. carillonnerais
  2. carillonnerais
  3. carillonnerait
  4. carillonnerions
  5. carillonneriez
  6. carillonneraient
passé composé
  1. ai carillonné
  2. as carillonné
  3. a carillonné
  4. avons carillonné
  5. avez carillonné
  6. ont carillonné
divers
  1. carillonne!
  2. carillonnez!
  3. carillonnons!
  5. carillonné
  6. carillonnant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor carillonner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonzen frappement; grondement; ébranlement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beieren carillonner; sonner
bonzen carillonner; heurter; se cogner; sonner; téléphoner
kletteren boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler
klingelen carillonner; cliqueter; retentir; sonner; tinter; tintinnabuler
klokluiden carillonner; sonner; tinter
luiden carillonner; heurter; se cogner; sonner; tinter; téléphoner gazouiller; résonner
rammelen boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler avoir faim; crever de faim
rinkelen carillonner; cliqueter; retentir; sonner; tinter; tintinnabuler
tingelen carillonner; cliqueter; retentir; sonner; tinter; tintinnabuler
tinkelen carillonner; cliqueter; retentir; sonner; tinter; tintinnabuler

Synoniemen voor "carillonner":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0433 seconde
Page rendered in 1.0 seconds