Composé in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

composé:
- gemaakt; geproduceerd; vervaardigd; geaffecteerd; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld; samengesteld
- reagens; chemische verbinding
Wiktionary:
- composé → verbinding
- composé → samengesteld

Frans

Uitgebreide vertaling voor composé (Frans) in het Nederlands

composé:

composé bijvoeglijk naamwoord

composé (fabriqué; fait; produit; réalisé; confectionné)
gemaakt; geproduceerd; vervaardigd
- gemaakt bijvoeglijk naamwoord
- geproduceerd bijvoeglijk naamwoord
- vervaardigd bijvoeglijk naamwoord
composé (apprêté; feint; convenu; forcé; affecté; maniéré; d'une manière affectée; d'une façon maniérée)
geaffecteerd; gemaakt; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld
- geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
- gemaakt bijvoeglijk naamwoord
- onnatuurlijk bijvoeglijk naamwoord
- gezocht bijvoeglijk naamwoord
- gewrongen bijvoeglijk naamwoord
- gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
composé (complexe; compliqué)
samengesteld
- samengesteld bijvoeglijk naamwoord

composé [le ~] zelfstandig naamwoord

le composé (combinaison; combiné)
het reagens; chemische verbinding
- reagens [het ~] zelfstandig naamwoord
- chemische verbinding [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor composé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chemische verbinding	combinaison; combiné; composé	composé chimique
reagens	combinaison; combiné; composé
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geaffecteerd	affecté; apprêté; composé; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; feint; forcé; maniéré	affecté; avec affectation; chichiteux; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; maniéré; minaudier; mouvementé; plein de pose; poseur
gekunsteld	affecté; apprêté; composé; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; feint; forcé; maniéré	affecté; artificiel; avec affectation; chichiteux; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; maniéré; minaudier; plein de pose; poseur; pédant
gemaakt	affecté; apprêté; composé; confectionné; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; fabriqué; fait; feint; forcé; maniéré; produit; réalisé	affecté; artificiel; artificielle; artificiellement; créé; factice; fait; faux; feint; forcé; réalisé
gewrongen	affecté; apprêté; composé; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; feint; forcé; maniéré
gezocht	affecté; apprêté; composé; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; feint; forcé; maniéré	aimé; demandé; désirable; désiré; en vogue; favori; populaire; voulu
onnatuurlijk	affecté; apprêté; composé; convenu; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; feint; forcé; maniéré	affecté; artificiel; artificielle; artificiellement; faux; feint; forcé
samengesteld	complexe; compliqué; composé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geproduceerd	composé; confectionné; fabriqué; fait; produit; réalisé
vervaardigd	composé; confectionné; fabriqué; fait; produit; réalisé

Synoniemen voor "composé":

mixte; hybride; mélangé

Wiktionary: composé

composé

noun

scheikunde
- verbinding → combinaison; composé

Cross Translation:

From	To	Via
• composé	→ samengesteld	↔ compound — composed of elements

Verwante vertalingen van composé

Remove Ads

Vertaal composé van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor composé (Frans) in het Nederlands

composé:

composé bijvoeglijk naamwoord

composé (fabriqué; fait; produit; réalisé; confectionné)

composé (apprêté; feint; convenu; forcé; affecté; maniéré; d'une manière affectée; d'une façon maniérée)

composé (complexe; compliqué)

composé [le ~] zelfstandig naamwoord

le composé (combinaison; combiné)

Vertaal Matrix voor composé:

Synoniemen voor "composé":

Wiktionary: composé

Verwante vertalingen van composé