Frans

Uitgebreide vertaling voor condition (Frans) in het Nederlands

condition:

condition [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la condition (situation; état; disposition; )
    de toestand; de staat; de conditie
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la condition (stipulation)
    de voorwaarde; het beding
    • voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la condition (réquisition; condition nécessaire; stipulation; exigence)
    de voorwaarde; de conditie; de vereiste; de eis
    • voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vereiste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la condition (critère; stipulation; exigence; demande)
    de conditie; het criterium; de voorwaarde; kriterium; de beperking; de bepaling; het beding; de eis
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • criterium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kriterium [znw.] zelfstandig naamwoord
    • beperking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bepaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. la condition
    de voorwaarde; het voorbehoud; de restrictie
  6. la condition (état; situation; position; prise de position)
    de toestand; de staat; de gesteldheid; de positie
    • toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. la condition (must; réquisition; exigence; condition nécessaire; stipulation)
    de vereiste; de must
    • vereiste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • must [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. la condition (nation; Etat; état; )
    de staat; het land; het rijk; de natie
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • land [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  9. la condition (clause; stipulation)
    de clausule; het beding; het artikel
    • clausule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
  10. la condition (phrase; clause; proposition; article; stipulation)
    de zinsnede

Vertaal Matrix voor condition:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel clause; condition; stipulation article; article de loi; camelote; chose; objet; produit; publication; truc
beding clause; condition; critère; demande; exigence; stipulation
bepaling condition; critère; demande; exigence; stipulation attribut; circonstanciel; circonstantiel; complément; complément déterminatif; définition; détermination; groupe de mots; locution adverbiale; plantation de piliers; qualification
beperking condition; critère; demande; exigence; stipulation contrainte; limitation; propriété limitée; propriétés limitées des postes de charge; restriction
clausule clause; condition; stipulation clause contractuelle
conditie circonstance; condition; condition nécessaire; critère; demande; disposition; ennuis; exigence; réquisition; situation; stipulation; tracas; état configuration; façon; forme; manière; moule
criterium condition; critère; demande; exigence; stipulation
eis condition; condition nécessaire; critère; demande; exigence; réquisition; stipulation action; action juridique; claim; créance; demande; exigence; procédure judiciaire; pétition; requête; revendication; réclamation; réquisition
gesteldheid condition; position; prise de position; situation; état qualité
kriterium condition; critère; demande; exigence; stipulation
land Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état campagne; paysage; terre
must condition; condition nécessaire; exigence; must; réquisition; stipulation
natie Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état nation; peuple
positie condition; position; prise de position; situation; état attitude; attitude physique; avis; emplacement; emploi; fonction; office; opinion; opinions; optique; point de vue; position; poste; prise de position; service salarié; situation; tenue physique; voie
restrictie condition limitation; restriction
rijk Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état royaume
staat Etat; autorités; circonstance; condition; disposition; empire; ennuis; nation; peuple; position; prise de position; royaume; situation; tracas; état liste; registre; État; énumération
toestand circonstance; condition; disposition; ennuis; position; prise de position; situation; tracas; état situation; tintouin
vereiste condition; condition nécessaire; exigence; must; réquisition; stipulation
voorbehoud condition restriction; réserve
voorwaarde condition; condition nécessaire; critère; demande; exigence; réquisition; stipulation premisse
zinsnede article; clause; condition; phrase; proposition; stipulation
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijk abondant; florissant; fortuné; prospère; puissant; riche; richement
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
toestand état

Synoniemen voor "condition":


Wiktionary: condition

condition
noun
  1. nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.
condition
noun
  1. een voorwaarde
  2. gezondheidstoestand
  3. voorwaarde
  4. datgene waar men niet buiten kan

Verwante vertalingen van condition