Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. copeau:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor copeau (Frans) in het Nederlands

copeau:

copeau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le copeau
    de spaander
    • spaander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le copeau (boucle; flocon; pellicule; )
    de krul; de haarkrul
    • krul [de ~] zelfstandig naamwoord
    • haarkrul [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le copeau (éclat de bois)
    houtspaander; de spaan; houtkrul
  4. le copeau (éclat de bois)
    houtkrullen

Vertaal Matrix voor copeau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haarkrul boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat
houtkrul copeau; éclat de bois
houtkrullen copeau; éclat de bois
houtspaander copeau; éclat de bois
krul boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat boucle; boucle de cheveux; frison; mèche; pissotière; spirale; urinal; urinoir; vespasienne
spaan copeau; éclat de bois aviron; rame
spaander copeau

Synoniemen voor "copeau":

  • gratture; ébarbure; rognure

Wiktionary: copeau

copeau
noun
  1. éclat, morceau ou rognure qu’on enlever du bois avec un instrument tranchant.
copeau
noun
  1. langwerpig stukje hout dat bij het hakken afvalt.