Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor crédit (Frans) in het Nederlands

crédit:

crédit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le crédit
    het krediet; het credit
    • krediet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • credit [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le crédit
    het krediet
    • krediet [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le crédit (accord de crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit)
    de lening; de kredietverlening
  4. le crédit (avoir)
    de activa; de baten; het tegoed; het bezit
    • activa [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • baten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • tegoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bezit [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor crédit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activa avoir; crédit bien
baten avoir; crédit bénéfices; profits
bezit avoir; crédit bien; biens; possession; propriété; propriétés
credit crédit
krediet crédit
kredietverlening accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit
lening accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit emprunt; hypothèque; prêt
tegoed avoir; crédit

Synoniemen voor "crédit":


Wiktionary: crédit


Cross Translation:
FromToVia
crédit aanvaarding; aanname; geloof credence — acceptance of a belief or claim
crédit betalingsuitstel; krediet credit — privilege of delayed payment
crédit lofbetuiging; lof credit — recognition and respect
crédit saldo credit — accounting: amount added to an account
crédit pof Borgredensartlich für den Vorgang des borgen
crédit krediet Kredit — meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital

Verwante vertalingen van crédit