Frans

Uitgebreide vertaling voor dégrader (Frans) in het Nederlands

dégrader:

dégrader werkwoord (dégrade, dégrades, dégradons, dégradez, )

  1. dégrader (replacer; remettre en place; destituer; rétrograder)
    degraderen; in rang verlagen; terugzetten; achteruitzetten; terugplaatsen
    • degraderen werkwoord (degradeer, degradeert, degradeerde, degradeerden, gedegradeerd)
    • in rang verlagen werkwoord (verlaag in rang, verlaagt in rang, verlaagde in rang, verlaagden in rang, in rang verlaagd)
    • terugzetten werkwoord (zet terug, zette terug, zetten terug, teruggezet)
    • achteruitzetten werkwoord (zet achteruit, zette achteruit, zetten achteruit, achteruitgezet)
    • terugplaatsen werkwoord (plaats terug, plaatst terug, plaatste terug, plaatsten terug, teruggeplaatst)
  2. dégrader (brouiller; ruiner)
    ruïneren; in de war sturen; bederven; verzieken; nekken
    • ruïneren werkwoord (ruïneer, ruïneert, ruïneerde, ruïneerden, geruïneerd)
    • in de war sturen werkwoord
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verzieken werkwoord
    • nekken werkwoord (nek, nekt, nekte, nekten, genekt)

Conjugations for dégrader:

Présent
  1. dégrade
  2. dégrades
  3. dégrade
  4. dégradons
  5. dégradez
  6. dégradent
imparfait
  1. dégradais
  2. dégradais
  3. dégradait
  4. dégradions
  5. dégradiez
  6. dégradaient
passé simple
  1. dégradai
  2. dégradas
  3. dégrada
  4. dégradâmes
  5. dégradâtes
  6. dégradèrent
futur simple
  1. dégraderai
  2. dégraderas
  3. dégradera
  4. dégraderons
  5. dégraderez
  6. dégraderont
subjonctif présent
  1. que je dégrade
  2. que tu dégrades
  3. qu'il dégrade
  4. que nous dégradions
  5. que vous dégradiez
  6. qu'ils dégradent
conditionnel présent
  1. dégraderais
  2. dégraderais
  3. dégraderait
  4. dégraderions
  5. dégraderiez
  6. dégraderaient
passé composé
  1. ai dégradé
  2. as dégradé
  3. a dégradé
  4. avons dégradé
  5. avez dégradé
  6. ont dégradé
divers
  1. dégrade!
  2. dégradez!
  3. dégradons!
  4. dégradé
  5. dégradant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor dégrader:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven dissolution; décomposition; pourriture; putréfaction
degraderen dégradation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitzetten destituer; dégrader; remettre en place; replacer; rétrograder
bederven brouiller; dégrader; ruiner abîmer; blesser; bousiller; briser; broyer; casser; corrompre; décomposer; défigurer; dégénérer; démolir; dépérir; détruire; détériorer; empester; empoisonner; endommager; esquinter; faire mal à; fracasser; gaspiller; gâcher; gâter; mutiler; nuire; nuire à; pervertir; pourrir; rompre; ruiner; s'avarier; se corroder; se décomposer; se détériorer; se gâter; se pourrir; se putréfier
degraderen destituer; dégrader; remettre en place; replacer; rétrograder
in de war sturen brouiller; dégrader; ruiner
in rang verlagen destituer; dégrader; remettre en place; replacer; rétrograder
nekken brouiller; dégrader; ruiner
ruïneren brouiller; dégrader; ruiner
terugplaatsen destituer; dégrader; remettre en place; replacer; rétrograder remettre; remettre en place; replacer
terugzetten destituer; dégrader; remettre en place; replacer; rétrograder remettre; remettre en place; replacer; restaurer
verzieken brouiller; dégrader; ruiner abîmer; bousiller; briser; casser; corrompre; défigurer; dépérir; détériorer; gaspiller; gâcher; gâter; mutiler; pervertir; rompre; ruiner

Synoniemen voor "dégrader":


Wiktionary: dégrader

dégrader
verb
  1. in rang verlagen
  2. van luister of aanzien beroven

Verwante vertalingen van dégrader