Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. déjà:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor déjà (Frans) in het Nederlands

déjà:

déjà bijvoeglijk naamwoord

  1. déjà
    reeds; alreeds; al
    • reeds bijwoord
    • alreeds bijvoeglijk naamwoord
    • al bijvoeglijk naamwoord
  2. déjà (entre-temps; cependant; en attendant; pendant ce temps; d'avance)
    ondertussen; alvast; inmiddels; in de tussentijd; intussen; onderwijl; onderhand
  3. déjà (d'ores et déjà; dès l'instant)
    reeds; alreeds

Vertaal Matrix voor déjà:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
al déjà bien que; quoique
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alvast cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps
inmiddels cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps en attendant; pendant ce temps
intussen cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps en attendant; pendant ce temps
onderhand cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps
ondertussen cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps durant; en attendant; pendant; pendant ce temps; pendant que
onderwijl cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps
reeds d'ores et déjà; dès l'instant; déjà
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alreeds d'ores et déjà; dès l'instant; déjà
in de tussentijd cependant; d'avance; déjà; en attendant; entre-temps; pendant ce temps

Wiktionary: déjà

déjà
  1. Traduction à classer selon le sens.
déjà
adverb
  1. nu al
  2. al

Cross Translation:
FromToVia
déjà ook al weer again — used in a question to ask something one has forgotten
déjà alreeds; reeds; al already — prior to some time
déjà reeds bereitsauf ein Ereignis bezogen: einen relativ frühen Zeitpunkt betreffend, früher als erwartet
déjà al; reeds schon — zu einem früheren Zeitpunkt als erwartet

Verwante vertalingen van déjà