Démontage in het Nederlands vertaald uit het Frans

Frans

Uitgebreide vertaling voor démontage (Frans) in het Nederlands

le démontage (démantèlement; destruction; démolition)
de ontmanteling; de demontage; uiteenname
- ontmanteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- demontage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uiteenname [znw.] zelfstandig naamwoord
le démontage
de onttakeling
- onttakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le démontage (démantèlement)
onttakelen; aftuigen
- onttakelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- aftuigen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aftuigen	démantèlement; démontage
demontage	destruction; démantèlement; démolition; démontage
ontmanteling	destruction; démantèlement; démolition; démontage
onttakelen	démantèlement; démontage
onttakeling	démontage
uiteenname	destruction; démantèlement; démolition; démontage
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aftuigen		amocher; boxer; châtier; donner une raclée; donner une raclée à; flageller; fouetter; rosser; rouer de coups; tabasser; étriller
onttakelen		débrider; dégarnir; dégréer; démanteler; démonter