Désherber in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

désherber:
- omspitten; omploegen; omwerken; spitten; ploegen; omgraven; wieden; schoffelen

Frans

Uitgebreide vertaling voor désherber (Frans) in het Nederlands

désherber (labourer; percer; bêcher; arracher les mauvaises herbes; remanier; retravailler)
omspitten; omploegen; omwerken; spitten; ploegen; omgraven
- omspitten werkwoord (spit om, spitte om, spitten om, omgespit)
- omploegen werkwoord (ploeg om, ploegt om, ploegde om, ploegden om, omgeploegd)
- omwerken werkwoord (werk om, werkt om, werkte om, werkten om, omgewerkt)
- spitten werkwoord (spit, spitte, spitten, gespit)
- ploegen werkwoord (ploeg, ploegt, ploegde, ploegden, geploegd)
- omgraven werkwoord
désherber (arracher les mauvaises herbes; sarcler; biner)
wieden; schoffelen
- wieden werkwoord (wied, wiedt, wiedde, wiedden, gewied)
- schoffelen werkwoord (schoffel, schoffelt, schoffelde, schoffelden, geschoffeld)

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
omgraven	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
omploegen	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
omspitten	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
omwerken	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler	altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer
ploegen	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
schoffelen	arracher les mauvaises herbes; biner; désherber; sarcler
spitten	arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
wieden	arracher les mauvaises herbes; biner; désherber; sarcler