Frans

Uitgebreide vertaling voor excentricité (Frans) in het Nederlands

excentricité:

excentricité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'excentricité (singularité; particularité; curiosité; )
    de excentriciteit; de buitenissigheid
  2. l'excentricité (excès; excroissance; protubérance; caroncule; extravagance)
    het exces; de buitensporigheid; de uitspatting; de uitwas; de buitenissigheid
  3. l'excentricité (particularité; curiosité; spécificité; )
    bijzondere geaardheid; de eigenaardigheid; de hebbelijkheid; vreemdsoortigheid; de merkwaardigheid
  4. l'excentricité (crise de colère; explosion de colère; excès; )
    de uitspatting; de woede-uitbarsting
  5. l'excentricité (bizarrerie; singularité; particularité; spécificité; trait curieux)
    de eigenaardigheid; de merkwaardigheid
  6. l'excentricité (bizarrerie; particularité; curiosité; )
    vreemdsoortigheid; de rarigheid

Vertaal Matrix voor excentricité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijzondere geaardheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
buitenissigheid bizarrerie; caroncule; curiosité; excentricité; excroissance; excès; extravagance; individualité; particularité; protubérance; rareté; singularité; trait curieux; étrangeté
buitensporigheid caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance abondance; débauche; débordement; démesure; excès; excédent; immodération; libertinage; surplus
eigenaardigheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
excentriciteit bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; rareté; singularité; trait curieux; étrangeté
exces caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance abondance; bonus; débordement; excès; excédent; immodération; prime; supplément; surplus
hebbelijkheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
merkwaardigheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux curiosité
rarigheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; trait curieux bizarrerie; singularité; tic; étrangeté
uitspatting caroncule; crise de colère; crise de fureur; crise de rage; débauche; excentricité; excroissance; excès; explosion de colère; extravagance; protubérance débauche; démesure; excès; libertinage
uitwas caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance
vreemdsoortigheid bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
woede-uitbarsting crise de colère; crise de fureur; crise de rage; débauche; excentricité; excès; explosion de colère; extravagance

Synoniemen voor "excentricité":


Wiktionary: excentricité


Cross Translation:
FromToVia
excentricité excentriciteit eccentricity — a ratio between distances in a conic section
excentricité rariteit oddity — strangeness
excentricité gril; rariteit; nuk quirk — idiosyncrasy