Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faire revenir:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faire revenir (Frans) in het Nederlands

faire revenir:

faire revenir werkwoord

  1. faire revenir (rissoler)
    fruiten
    • fruiten werkwoord (fruit, fruitte, fruitten, gefruit)
  2. faire revenir (révoquer; rétracter; rappeler; )
    herroepen; terugroepen
    • herroepen werkwoord (herroep, herroept, herriep, herroepen)
    • terugroepen werkwoord (roep terug, roept terug, riep terug, riepen terug, teruggeroepen)

Vertaal Matrix voor faire revenir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herroepen abrogation; action de révoquer; dédit; révocation
terugroepen rappel; révocation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fruiten faire revenir; rissoler
herroepen abroger; désavouer; faire revenir; rappeler; reprendre; retirer; rétracter; révoquer rappeler; reprendre; retirer; rétracter; révoquer
terugroepen abroger; désavouer; faire revenir; rappeler; reprendre; retirer; rétracter; révoquer penser à; remémorer; se rappeler; se souvenir de

Wiktionary: faire revenir

faire revenir
verb
  1. (cuisine) faire cuire dans un corps gras.

Verwante vertalingen van faire revenir