Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal frémissement

Vertaal frémissement van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frémissement:

Frans

Uitgebreide vertaling voor frémissement (Frans) in het Nederlands

frémissement:

frémissement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le frémissement (picotement; tintement; scintillation; onglée)
    de tinteling; het getintel
  2. le frémissement (bruissement; murmure; froufrou; )
    de ruis; het geruis
    • ruis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geruis [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le frémissement (frissonnement; frisson; tremblement)
    bibberen; het rillen
    • bibberen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • rillen [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le frémissement (tremblote; frissonnement)
    de bibberatie
  5. le frémissement (bruissement; murmure; bourdonnement; )
    het gesuis; de suizing
    • gesuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • suizing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. le frémissement (frisonnement; frisson)
    de huiverigheid
  7. le frémissement (frisson; tremblote; frissonnement)
    de huivering; de siddering; de rilling
    • huivering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • siddering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rilling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. le frémissement (bruissement; froufrou; froissement; crissement)
    het geritsel; ritseling
  9. le frémissement (tremblement; frisson; ébranlement; chevrotement)
    de beving; gebeef
    • beving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebeef [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frémissement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beving chevrotement; frisson; frémissement; tremblement; ébranlement
bibberatie frissonnement; frémissement; tremblote
bibberen frisson; frissonnement; frémissement; tremblement
gebeef chevrotement; frisson; frémissement; tremblement; ébranlement
geritsel bruissement; crissement; froissement; froufrou; frémissement manigances; marchandage; traficotage; tripotage
geruis bourdonnements; bruissement; bruit léger; crissement; froissement; froufrou; frémissement; murmure; susurrement; tintement
gesuis bourdonnement; bruissement; froufrou; frémissement; murmure; susurrement; tintement
getintel frémissement; onglée; picotement; scintillation; tintement
huiverigheid frisonnement; frisson; frémissement
huivering frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
rillen frisson; frissonnement; frémissement; tremblement
rilling frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
ritseling bruissement; crissement; froissement; froufrou; frémissement
ruis bourdonnements; bruissement; bruit léger; crissement; froissement; froufrou; frémissement; murmure; susurrement; tintement
siddering frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
suizing bourdonnement; bruissement; froufrou; frémissement; murmure; susurrement; tintement
tinteling frémissement; onglée; picotement; scintillation; tintement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bibberen claquer des dents; frissonner; frémir; grelotter; trembler; trembloter; tressaillir; vibrer
rillen frissonner; frémir; grelotter; trembler; trembloter; tressaillir; vibrer

Synoniemen voor "frémissement":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0315 seconde
Page rendered in 1.0 seconds