Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frissonnement:


Frans

Uitgebreide vertaling voor frissonnement (Frans) in het Nederlands

frissonnement:

frissonnement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le frissonnement (tremblote; frémissement)
    de bibberatie
  2. le frissonnement (frisson; tremblote; frémissement)
    de huivering; de siddering; de rilling
    • huivering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • siddering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rilling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le frissonnement (frisson; tremblement; frémissement)
    bibberen; het rillen
    • bibberen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • rillen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frissonnement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bibberatie frissonnement; frémissement; tremblote
bibberen frisson; frissonnement; frémissement; tremblement
huivering frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
rillen frisson; frissonnement; frémissement; tremblement
rilling frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
siddering frisson; frissonnement; frémissement; tremblote
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bibberen claquer des dents; frissonner; frémir; grelotter; trembler; trembloter; tressaillir; vibrer
rillen frissonner; frémir; grelotter; trembler; trembloter; tressaillir; vibrer

Synoniemen voor "frissonnement":