Frans

Uitgebreide vertaling voor froideur (Frans) in het Nederlands

froideur:

froideur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la froideur (froid; fraîcheur)
    de koude; de kou
    • koude [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kou [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la froideur (froid; fraîcheur)
    de frisheid; de kilte; de koelte
    • frisheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kilte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • koelte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la froideur (distance; froid)
    de afstandelijkheid; de koelte; de gereserveerdheid; de koelheid; de kilte
  4. la froideur (refroidissement; rhume; rafraîchissement; frais; fraîcheur)
    de verkoeling; de afkoeling
  5. la froideur (fraîcheur)
    de kilheid
    • kilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor froideur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkoeling frais; fraîcheur; froideur; rafraîchissement; refroidissement; rhume rafraîchissement; refroidissement
afstandelijkheid distance; froid; froideur
frisheid fraîcheur; froid; froideur fraîcheur; originalité
gereserveerdheid distance; froid; froideur contrainte; discrétion; réserve; réticence
kilheid fraîcheur; froideur
kilte distance; fraîcheur; froid; froideur inconfort; insociabilité; manque d'intimité; manque de sociabilité
koelheid distance; froid; froideur fraîcheur
koelte distance; fraîcheur; froid; froideur fraîcheur
kou fraîcheur; froid; froideur
koude fraîcheur; froid; froideur
verkoeling frais; fraîcheur; froideur; rafraîchissement; refroidissement; rhume rafraîchissement; refroidissement

Synoniemen voor "froideur":