Frans

Uitgebreide vertaling voor grosse (Frans) in het Nederlands

grosse:

grosse bijvoeglijk naamwoord

  1. grosse (enceinte)
    zwanger; in verwachting
  2. grosse (corpulent; gros; obèse; )
    dik; lijvig; vet; zwaar van lijf
  3. grosse (volumineux; gros; volumineuse)
    omvangrijk; volumineus; lijvig

grosse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la grosse
    de grosse; gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk

Vertaal Matrix voor grosse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik dépôt; résidu; sédiment
gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk grosse
grosse grosse
vet graisse; gras; huile; matières grasses
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse adipeux; corpulent; fort; gros; lourd; obèse; volumineux; épais
lijvig corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; volumineuse; volumineux; épais; épaisse adipeux; corpulent; fort; gros; lourd; obèse; épais
omvangrijk gros; grosse; volumineuse; volumineux
vet corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse consistant; corpulent; enflé; fort; gras; gros; lourd; obèse; potelé; replet; volumineuse; volumineux; épaisse
volumineus gros; grosse; volumineuse; volumineux
zwanger enceinte; grosse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in verwachting enceinte; grosse
zwaar van lijf corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse

Synoniemen voor "grosse":


Wiktionary: grosse

grosse
noun
  1. commerce|fr Une douzaine de douzaines.

Verwante vertalingen van grosse