Frans

Uitgebreide vertaling voor harmoniser (Frans) in het Nederlands

harmoniser:

harmoniser werkwoord (harmonise, harmonises, harmonisons, harmonisez, )

  1. harmoniser (syntoniser)
  2. harmoniser (concilier)
  3. harmoniser
    op een lijn brengen; tot een goed samengaand geheel maken; harmoniseren

Conjugations for harmoniser:

Présent
  1. harmonise
  2. harmonises
  3. harmonise
  4. harmonisons
  5. harmonisez
  6. harmonisent
imparfait
  1. harmonisais
  2. harmonisais
  3. harmonisait
  4. harmonisions
  5. harmonisiez
  6. harmonisaient
passé simple
  1. harmonisai
  2. harmonisas
  3. harmonisa
  4. harmonisâmes
  5. harmonisâtes
  6. harmonisèrent
futur simple
  1. harmoniserai
  2. harmoniseras
  3. harmonisera
  4. harmoniserons
  5. harmoniserez
  6. harmoniseront
subjonctif présent
  1. que j'harmonise
  2. que tu harmonises
  3. qu'il harmonise
  4. que nous harmonisions
  5. que vous harmonisiez
  6. qu'ils harmonisent
conditionnel présent
  1. harmoniserais
  2. harmoniserais
  3. harmoniserait
  4. harmoniserions
  5. harmoniseriez
  6. harmoniseraient
passé composé
  1. ai harmonis1
  2. as harmonis1
  3. a harmonis1
  4. avons harmonis1
  5. avez harmonis1
  6. ont harmonis1
divers
  1. harmonise!
  2. harmonisez!
  3. harmonisons!
  4. harmonis1
  5. harmonisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor harmoniser:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harmoniseren harmoniser
met elkaar in overeenstemming brengen concilier; harmoniser
op een lijn brengen harmoniser
op elkaar afstemmen harmoniser; syntoniser
tot een goed samengaand geheel maken harmoniser

Synoniemen voor "harmoniser":


Wiktionary: harmoniser

harmoniser
verb
  1. standaardiseren

Verwante vertalingen van harmoniser