Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. infection:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor infection (Frans) in het Nederlands

infection:

infection [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'infection (inflammation)
    de ontsteking; de infectie
  2. l'infection (contamination; empoisonnement; intoxication)
    de besmetting; besmetten; aansteken

Vertaal Matrix voor infection:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken contamination; empoisonnement; infection; intoxication
besmetten contamination; empoisonnement; infection; intoxication
besmetting contamination; empoisonnement; infection; intoxication
infectie infection; inflammation
ontsteking infection; inflammation mèche; mèche à allumer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken allumer; allumer une cigarette; communiquer; contaminer; faire brûler; faire du feu; flamber; frotter; infecter; intoxiquer; mettre feu à; mettre le feu à; s'enflammer; souiller; transmettre
besmetten communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre

Synoniemen voor "infection":


Wiktionary: infection

infection
noun
  1. een besmetting van lichaamsweefsel met ziekteverwekkers als bacteriën, virussen, schimmels of parasieten en de daaropvolgende ontstekingsreactie

Cross Translation:
FromToVia
infection infectie infection — uncontrolled growth of harmful microorganisms in a host

Verwante vertalingen van infection