Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inséparable:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor inséparable (Frans) in het Nederlands

inséparable:

inséparable bijvoeglijk naamwoord

  1. inséparable
    onafscheidelijk; onscheidbaar
  2. inséparable (indissociable; indissoluble; inextricable; incassable)
    onlosmakelijk; onverbrekelijk; onontwarbaar

Vertaal Matrix voor inséparable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onafscheidelijk inséparable
onlosmakelijk incassable; indissociable; indissoluble; inextricable; inséparable
onontwarbaar incassable; indissociable; indissoluble; inextricable; inséparable
onscheidbaar inséparable
onverbrekelijk incassable; indissociable; indissoluble; inextricable; inséparable

Synoniemen voor "inséparable":


Wiktionary: inséparable

inséparable
adjective
  1. Qui ne peut pas être séparé.

Cross Translation:
FromToVia
inséparable onscheidbaar inseparable — Unable to be separated
inséparable dwergpapegaai UnzertrennlicherZoologie, meist Plural: kleiner Papagei der Gattung Agapornis mit einer sehr engen Paarbindung