Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. macho:


Frans

Uitgebreide vertaling voor macho (Frans) in het Nederlands

macho:

macho bijvoeglijk naamwoord

  1. macho (arrogant; agressif)
    hanig
    • hanig bijvoeglijk naamwoord

macho [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le macho
    de macho; het haantje
    • macho [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • haantje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor macho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haantje macho batailleur; bravache; bretteur; chamailleur; cochelet; coquelet; crâneur; esbroufeur; petit coq; querelleur
macho macho
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hanig agressif; arrogant; macho acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent

Synoniemen voor "macho":

  • machiste