Frans

Uitgebreide vertaling voor mettre à nu (Frans) in het Nederlands

mettre à nu:

mettre à nu werkwoord

  1. mettre à nu (faire du strip-tease; dénuder; déshabiller; dévêtir)
    strippen
    • strippen werkwoord (strip, stript, stripte, stripten, gestript)
  2. mettre à nu (ouvrir; exposer; découvrir; dénouer; déboutonner)
    openen; openmaken; opendoen; ontsluiten
    • openen werkwoord (open, opent, opende, openden, geopend)
    • openmaken werkwoord (maak open, maakt open, maakte open, maakten open, opengemaakt)
    • opendoen werkwoord (doe open, doet open, deed open, deden open, opengedaan)
    • ontsluiten werkwoord (ontsluit, ontsloot, ontsloten, ontsloten)
  3. mettre à nu (dénuder; dévêtir; déshabiller)
    bloot leggen; ontbloten
    • bloot leggen werkwoord (leg bloot, legt bloot, legde bloot, legden bloot, bloot gelegd)
    • ontbloten werkwoord (ontbloot, ontblootte, ontblootten, ontbloot)
  4. mettre à nu (démasquer; découvrir; exposer)
    ontmaskeren; blootleggen; onthullen
    • ontmaskeren werkwoord (ontmasker, ontmaskert, ontmaskerde, ontmaskerden, ontmaskerd)
    • blootleggen werkwoord (leg bloot, legt bloot, legde bloot, legden bloot, blootgelegd)
    • onthullen werkwoord (onthul, onthult, onthulde, onthulden, onthuld)

Vertaal Matrix voor mettre à nu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontsluiten dilatation; ouverture
opendoen ouverture
openmaken ouverture
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloot leggen dénuder; déshabiller; dévêtir; mettre à nu découvrir; dévoiler; révéler
blootleggen découvrir; démasquer; exposer; mettre à nu déceler; découvrir; exposer
ontbloten dénuder; déshabiller; dévêtir; mettre à nu
onthullen découvrir; démasquer; exposer; mettre à nu
ontmaskeren découvrir; démasquer; exposer; mettre à nu
ontsluiten déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir desserrer; déboucher; déboulonner; déverrouiller; dévisser; ouvrir; tourner
opendoen déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir
openen déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir aborder; agrandir; avancer; construire; construire en plus; desserrer; déboucher; déboulonner; déboutonner; démarrer; dénouer; développer; déverrouiller; dévisser; enfler; entamer; entamer la conversation; frayer; gonfler; grossir; inaugurer; introduire; lancer; lever; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; prendre de l'ampleur; prendre de l'expansion; prendre du poids; proposer; publier; rajouter une aile; rendre accessible; rendre public; révéler; s'amplifier; s'enfler; se dilater; tourner; élargir; étendre; évaser
openmaken déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir
strippen dénuder; déshabiller; dévêtir; faire du strip-tease; mettre à nu

Verwante vertalingen van mettre à nu