Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor naître de (Frans) in het Nederlands

naître de:

naître de werkwoord

  1. naître de (prendre sa source; germer; pousser)
    uitkomen; voortkomen uit; ontspringen; ontstaan uit; uitbotten; uitlopen; ontspruiten
    • uitkomen werkwoord (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
    • voortkomen uit werkwoord
    • ontspringen werkwoord (ontspring, ontspringt, ontsprong, ontsprongen, ontsprongen)
    • ontstaan uit werkwoord (ontsta uit, ontstaat uit, ontstond uit, ontstonden uit, ontstaan uit)
    • uitbotten werkwoord (bot uit, botte uit, botten uit, uitgebot)
    • uitlopen werkwoord (loop uit, loopt uit, liep uit, liepen uit, uitgelopen)
    • ontspruiten werkwoord (ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)

Vertaal Matrix voor naître de:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontspringen germer; naître de; pousser; prendre sa source
ontspruiten germer; naître de; pousser; prendre sa source descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de
ontstaan uit germer; naître de; pousser; prendre sa source
uitbotten germer; naître de; pousser; prendre sa source
uitkomen germer; naître de; pousser; prendre sa source apparaître; arriver à propos; boucler son budget; convenir; paraître; s'en sortir; s'en tirer; s'ébruiter; se confirmer; se montrer; se présenter; se réaliser; tomber à propos; être apte à; être bon; être convenable
uitlopen germer; naître de; pousser; prendre sa source aboutir à; mener à
voortkomen uit germer; naître de; pousser; prendre sa source
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkomen s'écouler; sortir

Verwante vertalingen van naître de