Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal naïveté

Vertaal naïveté van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

naïveté:
- naïviteit; goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; onschuld; argeloosheid; onbedorvenheid; onnozelheid; simpelheid; kinderlijkheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor naïveté (Frans) in het Nederlands

naïveté:

naïveté [la ~] zelfstandig naamwoord

la naïveté (crédulité)
de naïviteit; de goedgelovigheid; de lichtgelovigheid; de naïveteit
- naïviteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- goedgelovigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lichtgelovigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la naïveté (candeur; innocence; ingénuité; simplicité)
de onschuld; de naïveteit; de argeloosheid; onbedorvenheid
- onschuld [de ~] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- argeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onbedorvenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
la naïveté (simplicité; ignorance; innocence; candeur; niaiserie; ingénuité; fait d'être bonasse)
de onnozelheid; de naïviteit; de simpelheid; de kinderlijkheid; de naïveteit
- onnozelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- naïviteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- simpelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kinderlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- naïveteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor naïveté:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argeloosheid	candeur; ingénuité; innocence; naïveté; simplicité
goedgelovigheid	crédulité; naïveté
kinderlijkheid	candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité
lichtgelovigheid	crédulité; naïveté
naïveteit	candeur; crédulité; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité
naïviteit	candeur; crédulité; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité
onbedorvenheid	candeur; ingénuité; innocence; naïveté; simplicité
onnozelheid	candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité
onschuld	candeur; ingénuité; innocence; naïveté; simplicité
simpelheid	candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naïveté; niaiserie; simplicité	dépouilement; frugalité; modestie; modération; pauvreté; pénurie; simplicité; sobriété

Synoniemen voor "naïveté":

angélisme; irréalisme; candeur; enfantillage; puérilité; futilité; légèreté; frivolité; baliverne; bêtise; sottise; niaiserie; inexpérience; ignorance; maladresse; ingénuité; innocence; pureté; fraîcheur; simplicité; virginité; jobarderie; jobardise; crédulité; franchise; superstition; fétichisme