National in het Nederlands vertaald uit het Frans

national (de la patrie)
nationaal; vaderlands
- nationaal bijvoeglijk naamwoord
- vaderlands bijvoeglijk naamwoord
national
nationaal
- nationaal bijvoeglijk naamwoord
national (intérieur)
binnenlandse; nationale
- binnenlandse bijvoeglijk naamwoord
- nationale bijvoeglijk naamwoord
national (autochtone; indigène; local; naturel; originaire; aborigène; du pays)
autochtoon; inheems; inlands
- autochtoon bijvoeglijk naamwoord
- inheems bijvoeglijk naamwoord
- inlands bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autochtoon		aborigène; autochtone; indigène
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autochtoon	aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire	autochtone; du pays; indigène
inheems	aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire	autochtone; du pays; indigène
inlands	aborigène; autochtone; du pays; indigène; local; national; naturel; originaire	autochtone; du pays; indigène
nationaal	de la patrie; national
vaderlands	de la patrie; national
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
binnenlandse	intérieur; national
nationale	intérieur; national

national

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• national	→ landelijk; nationaal	↔ national — of or having to do with a nation
• national	→ landelijk; nationaal	↔ national — eine Nation betreffend; (flächendeckend) innerhalb einer Nation, nicht über Grenzen hinaus

Vertaal national van Frans naar Nederlands