Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. partageur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor partageur (Frans) in het Nederlands

partageur:

partageur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le partageur (distributeur; diviseur; propagateur; propagandiste)
    de distributeur; de verdeler; de verspreider; verbreider
  2. le partageur (distributeur)
    distribuant

Vertaal Matrix voor partageur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distribuant distributeur; partageur
distributeur distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur distributeur; distributeur commercial
verbreider distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
verdeler distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
verspreider distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbreider diffuser; disperser; propager; répandre; épandre; éparpiller; étaler; étendre
verdeler diffuser; disperser; propager; répandre; épandre; éparpiller; étaler; étendre

Synoniemen voor "partageur":