Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. passable:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor passable (Frans) in het Nederlands

passable:

passable bijvoeglijk naamwoord

  1. passable (tolérable; supportable; toléré; endurable)
    verdraaglijk; toelaatbaar; tolereerbaar; duldbaar; gedoogbaar
  2. passable (pouvant changer de couleur; décolorable)
    verkleurbaar

Vertaal Matrix voor passable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toelaatbaar endurable; passable; supportable; tolérable; toléré
verdraaglijk endurable; passable; supportable; tolérable; toléré endurable; supportable; tolérable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duldbaar endurable; passable; supportable; tolérable; toléré
gedoogbaar endurable; passable; supportable; tolérable; toléré
tolereerbaar endurable; passable; supportable; tolérable; toléré
verkleurbaar décolorable; passable; pouvant changer de couleur

Synoniemen voor "passable":


Wiktionary: passable


Cross Translation:
FromToVia
passable aannemelijk palatable — tolerable, acceptable