Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal passagère

Vertaal passagère van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

passagère:
- opvarende
- tijdelijk; voorbijgaand; voorlopig; de komende tijd
Wiktionary:
- passagère → bruine prachtuil
- passagère → voorbijgaand, tijdelijk, vooralsnog

Frans

Uitgebreide vertaling voor passagère (Frans) in het Nederlands

passagère:

passagère [la ~] zelfstandig naamwoord

la passagère (passager; petit fardeau)
de opvarende
- opvarende [de ~] zelfstandig naamwoord

passagère bijvoeglijk naamwoord

passagère (passager; temporairement; éphémère; momentané; fugace; temporaire)
tijdelijk; voorbijgaand
- tijdelijk bijvoeglijk naamwoord
- voorbijgaand bijvoeglijk naamwoord
passagère (le temps qui vient; temporel; temporairement; provisoire; intérimaire; provisoirement; temporaire; passager; transitoire)
voorlopig; de komende tijd
- voorlopig bijvoeglijk naamwoord
- de komende tijd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor passagère:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opvarende	passager; passagère; petit fardeau
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tijdelijk	fugace; momentané; passager; passagère; temporaire; temporairement; éphémère	intérimaire; momentané; provisoire; provisoirement; temporaire; temporairement; temporel
voorbijgaand	fugace; momentané; passager; passagère; temporaire; temporairement; éphémère	fugace; fugitif; intérimaire; momentané; provisoire; provisoirement; périssable; temporaire; temporairement; temporel; transitoire; éphémère
voorlopig	intérimaire; le temps qui vient; passager; passagère; provisoire; provisoirement; temporaire; temporairement; temporel; transitoire	décontracté; facultatif; familier; familière; informel; intérimaire; momentané; non obligatoire; nonchalamment; nonchalant; optionnel; pour l'instant; pour le moment; provisoire; provisoirement; sans contrainte; sans engagement; temporaire; temporairement; temporel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de komende tijd	intérimaire; le temps qui vient; passager; passagère; provisoire; provisoirement; temporaire; temporairement; temporel; transitoire

Synoniemen voor "passagère":

transitionnelle; transitoire

Wiktionary: passagère

passagère

noun

zoologie|nocat=1 Une espèce d’insecte lépidoptère (papillon) de nuit de la famille des noctuidés (Noctuidae) dont le dos des ailes est de couleur grise avec des bandes foncées.
- passagère → bruine prachtuil

Cross Translation:

From	To	Via
• passagère	→ voorbijgaand; tijdelijk; vooralsnog	↔ vorübergehend — nur für kurze Zeit