Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. persuasion:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor persuasion (Frans) in het Nederlands

persuasion:

persuasion [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la persuasion (confiance; confidence; conviction)
    het vertrouwen; de confidentie; de fiducie; het geloof
  2. la persuasion
    de overreding
  3. la persuasion
    meekrijgen; op de hand krijgen
  4. la persuasion (conviction; confiance; croyance)
    de overtuiging; overtuigdheid

Vertaal Matrix voor persuasion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
confidentie confiance; confidence; conviction; persuasion
fiducie confiance; confidence; conviction; persuasion
geloof confiance; confidence; conviction; persuasion conception de la vie; confession; conviction religieuse; convictions; croyance; croyances religieuses; culte; disposition; esprit; foi; humeur; philosophie; religion; état d'âme
meekrijgen persuasion
op de hand krijgen persuasion
overreding persuasion
overtuigdheid confiance; conviction; croyance; persuasion
overtuiging confiance; conviction; croyance; persuasion avis; conception; conviction; opinion
vertrouwen confiance; confidence; conviction; persuasion confiance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meekrijgen apprendre; prendre communication; prendre connaissance; recevoir communication; s'instruire; se mettre au courant
vertrouwen avoir confiance; se fier à

Synoniemen voor "persuasion":


Wiktionary: persuasion

persuasion
noun
  1. (formeel, nld) overreding, overtuiging

Cross Translation:
FromToVia
persuasion overtuiging persuasion — the act of persuading

Verwante vertalingen van persuasion