Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. plançons:


Frans

Uitgebreide vertaling voor plançons (Frans) in het Nederlands

plançons:

plançons [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le plançons (boutures; crossettes)
    de stekken; de scheuten; de spruiten; de schoten
    • stekken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • scheuten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spruiten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schoten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor plançons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheuten boutures; crossettes; plançons branchage; douleurs fulgurantes; fauteuils; osier; sièges; élancements
schoten boutures; crossettes; plançons
spruiten boutures; crossettes; plançons descendance; origine
stekken boutures; crossettes; plançons
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spruiten descendre de; donner des rejets; dériver; germer; provenir; provenir de; rejeter; résulter; venir de; être issu; être issu de; être originaire de
stekken bouturer