Réalité in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

réalité:
- leven; existentie; zijn; bestaan; werkelijkheid; realiteit; wezenlijkheid
Wiktionary:
- réalité → realiteit, werkelijkheid, wezenheid, wezenlijkheid
- réalité → werkelijkheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor réalité (Frans) in het Nederlands

la réalité (existence; vie; présence)
het leven; de existentie; zijn; het bestaan
- leven [het ~] zelfstandig naamwoord
- existentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zijn [znw.] zelfstandig naamwoord
- bestaan [het ~] zelfstandig naamwoord
la réalité (réel; certitude)
de werkelijkheid; de realiteit
- werkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- realiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la réalité (certitude)
de wezenlijkheid
- wezenlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestaan	existence; présence; réalité; vie
existentie	existence; présence; réalité; vie
leven	existence; présence; réalité; vie	bousculade; brouhaha; bruit; chahut; charivari; cohue; effervescence; presse; tapage; tumulte; vacarme; émoi
realiteit	certitude; réalité; réel
werkelijkheid	certitude; réalité; réel
wezenlijkheid	certitude; réalité
zijn	existence; présence; réalité; vie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestaan		exister; vivre
leven		agir; demeurer; exister; faire marcher; faire un procès à; habiter; héberger; loger; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; résider; s'occuper de; s'y prendre; siéger; séjourner; vivre
zijn		exister; se trouver; vivre; être
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zijn		son

réalité

noun

réalité

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• réalité	→ werkelijkheid	↔ Wirklichkeit — Plural selten: die auf Tatsachen beruhende äußere Welt