Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor réciter (Frans) in het Nederlands

réciter:

réciter werkwoord (récite, récites, récitons, récitez, )

  1. réciter (déclamer)
    opzeggen; reciteren; voordragen
    • opzeggen werkwoord (zeg op, zegt op, zegde op, zegden op, opgezegd)
    • reciteren werkwoord (reciteer, reciteert, reciteerde, reciteerden, gereciteerd)
    • voordragen werkwoord (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)
  2. réciter (déclamer des vers; chanter)
    voordragen; declameren; verzen voordragen
    • voordragen werkwoord (draag voor, draagt voor, droeg voor, droegen voor, voorgedragen)
    • declameren werkwoord (declameer, declameert, declameerde, declameerden, gedeclameerd)
    • verzen voordragen werkwoord
  3. réciter
    declameren; oreren; hoogdravend praten
    • declameren werkwoord (declameer, declameert, declameerde, declameerden, gedeclameerd)
    • oreren werkwoord (oreer, oreert, oreerde, oreerden, georeerd)
    • hoogdravend praten werkwoord

Conjugations for réciter:

Présent
  1. récite
  2. récites
  3. récite
  4. récitons
  5. récitez
  6. récitent
imparfait
  1. récitais
  2. récitais
  3. récitait
  4. récitions
  5. récitiez
  6. récitaient
passé simple
  1. récitai
  2. récitas
  3. récita
  4. récitâmes
  5. récitâtes
  6. récitèrent
futur simple
  1. réciterai
  2. réciteras
  3. récitera
  4. réciterons
  5. réciterez
  6. réciteront
subjonctif présent
  1. que je récite
  2. que tu récites
  3. qu'il récite
  4. que nous récitions
  5. que vous récitiez
  6. qu'ils récitent
conditionnel présent
  1. réciterais
  2. réciterais
  3. réciterait
  4. réciterions
  5. réciteriez
  6. réciteraient
passé composé
  1. ai récité
  2. as récité
  3. a récité
  4. avons récité
  5. avez récité
  6. ont récité
divers
  1. récite!
  2. récitez!
  3. récitons!
  4. récité
  5. récitant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor réciter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opzeggen demande de licenciement; lettre de démission
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
declameren chanter; déclamer des vers; réciter
hoogdravend praten réciter
opzeggen déclamer; réciter
oreren réciter
reciteren déclamer; réciter
verzen voordragen chanter; déclamer des vers; réciter
voordragen chanter; déclamer; déclamer des vers; réciter appuyer; conseiller; nommer; patronner; proposer; préconiser; présenter; recommander

Synoniemen voor "réciter":


Wiktionary: réciter

réciter
verb
  1. (vieilli) prononcer à voix haute, et d’une manière soutenir, quelque discours, quelque morceau de prose ou de vers qu’on savoir par cœur.
réciter
verb
  1. letterkundige werken mondeling voordragen

Cross Translation:
FromToVia
réciter declameren declaim — recite
réciter reciteren recite — to repeat aloud some passage, poem or other text previously memorized, often before an audience
réciter opzeggen say — to recite