Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. résidant:


Frans

Uitgebreide vertaling voor résidant (Frans) in het Nederlands

résidant:

résidant bijvoeglijk naamwoord

  1. résidant (domiciliant; siégeant; installé; demeurant)
    woonachtig; gevestigd; zetelend
  2. résidant (interne; habitant)
    inwonende; de stagiair

résidant [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le résidant (habitant)
    de ingezetene

Vertaal Matrix voor résidant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingezetene habitant; résidant
inwonende résidante; résident
stagiair habitant; interne; résidant apprenti; apprentie; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevestigd demeurant; domiciliant; installé; résidant; siégeant bien établi; en place; installé; situé; établi
woonachtig demeurant; domiciliant; installé; résidant; siégeant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
inwonende habitant; interne; résidant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zetelend demeurant; domiciliant; installé; résidant; siégeant

Synoniemen voor "résidant":