Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. racontar:


Frans

Uitgebreide vertaling voor racontar (Frans) in het Nederlands

racontar:

racontar [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le racontar (bavardage; cancan; racontars; cancans)
    het gepraat; het geroddel
    • gepraat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geroddel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor racontar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepraat bavardage; cancan; cancans; racontar; racontars bavardage; cancan; causerie; clabaudage; commérage; papotage; racontars; ragots
geroddel bavardage; cancan; cancans; racontar; racontars babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; médisance; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots; rumeur; son; voix

Synoniemen voor "racontar":