Frans

Uitgebreide vertaling voor rayon (Frans) in het Nederlands

rayon:

rayon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rayon (planche; étagère)
    de plank; de schap
    • plank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schap [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le rayon (planche; étagère)
    legbord
    • legbord [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. le rayon (ingrédient de base; part; partie; )
    het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
  4. le rayon (rai)
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. le rayon (division; département; section; )
    de afdeling; de departement; de detachement; de sectie; de tak
    • afdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • departement [de ~] zelfstandig naamwoord
    • detachement [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le rayon (tringle; bâton; barreau; )
    de staaf; de baton; de stang; de stok; de staf
    • staaf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • baton [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stang [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. le rayon (faisceau lumineux)
    de straal; de stralenbundel; straalbundel
  8. le rayon (territoire; terrain; emplacement; )
    het grondgebied; het terrein; het territorium; het erf
  9. le rayon (rayon mathématique)
    de radius
    • radius [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  10. le rayon (étagère)
    de boekenplank
  11. le rayon (section)
    de divisie; de afdeling; de sectie
    • divisie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  12. le rayon (radiation; rayonnement; irradiation)
    de uitstraling; de straling; de radiatie
  13. le rayon (étincelle; lueur)
    het vonkje; het sprankeltje
  14. le rayon
    wielspaak; spaak van een fietswiel
  15. le rayon
  16. le rayon (division; section; branche; )
    de vakgroep; de sectie
    • vakgroep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  17. le rayon (département; division; section)
    de departement; bestuursregio

Vertaal Matrix voor rayon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdeling branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe
basisbestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
baton barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle
bestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
bestuursregio division; département; rayon; section
boekenplank rayon; étagère
component action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base ruche
deel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base aire de battage; bout; fragment; héritage; morceau; objet hérité; part; participation; partie; portion; ration; reliure; tome; volume; édition
departement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe département; juridiction; ministère; ressort
detachement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe
divisie rayon; section division
element action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; facteur; élément
erf champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone basse-cour; enclos
fractie action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base fragment; partie
grondgebied champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone
ingrediënt action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
legbord planche; rayon; étagère
onderdeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; pièce détachée
plank planche; rayon; étagère
radiatie irradiation; radiation; rayon; rayonnement
radius rayon; rayon mathématique
rek extensibilité; force expansive; grille; séchoir à linge; échafaudage; élasticité; étagère
schap planche; rayon; étagère
sectie branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; province; ramification; rayon; région; section; segment; équipe arrondissement; autopsie; dissection; faubourg; quartier; quartier de la périphérie; section; section présentation
spaak rai; rayon
spaak van een fietswiel rayon
sprankeltje lueur; rayon; étincelle
staaf barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle barre; barre de chocolat; bâton; bâton de chocolat
staf barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle cadre; cadres; employés; forces de travail; main-d'oeuvre; personnel
stang barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle
stok barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle
straal faisceau lumineux; rayon
straalbundel faisceau lumineux; rayon
stralenbundel faisceau lumineux; rayon
straling irradiation; radiation; rayon; rayonnement lueur; lustre
stuk action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base article; artillerie; beau morceau; bel homme; canon; canons; châssis; comédie; drame; fille du tonnerre; fragment; jolie femme; partie; pièce de théâtre; publication; spectacle; théâtre; tragédie; type épatant
tak branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe branche; branche d'arbre; discipline; ente; greffon; secteur; tige
terrein champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone arrondissement; circonscription; contrée; domaine; lot; lotissement; parcelle; parcelle de terrain; province; région; secteur; section; terrain; terrain à bâtir; zone
territorium champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone aire; arrondissement; circonscription; contrée; domaine; province; région; secteur; section; terrain; zone
uitstraling irradiation; radiation; rayon; rayonnement charisme; rayonnement
vakgroep branche; division; département; province; ramification; rayon; région; section
vonkje lueur; rayon; étincelle
wielspaak rayon
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; dans un état triste; déchiré; défectueux; délabré; détraqué; détérioré; dévoré; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en panne; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; hors d'usage; hors de service; lacéré; rompu; troué; variolé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel mosaïque
element élément
rek rayon

Synoniemen voor "rayon":


Wiktionary: rayon

rayon
noun
  1. Baguette qui relie le moyeu à la jante de la roue.
rayon
noun
  1. een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt

Cross Translation:
FromToVia
rayon gangpad aisle — corridor in a supermarket
rayon straal radius — line segment
rayon straal radius — length of this line segment
rayon afstand range — distance to the object
rayon straal ray — beam of light or radiation
rayon schap; rek; legplank shelf — structure
rayon spaak spoke — part of a wheel

Verwante vertalingen van rayon