Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor redoublement (Frans) in het Nederlands

redoublement:

redoublement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le redoublement (fait de redoubler)
    doubleren; blijven zitten; een klas overdoen
  2. le redoublement (multiplication; duplication)
    de vermenigvuldiging; verveelvoudiging

Vertaal Matrix voor redoublement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blijven zitten fait de redoubler; redoublement
doubleren fait de redoubler; redoublement fait de doubler
een klas overdoen fait de redoubler; redoublement
vermenigvuldiging duplication; multiplication; redoublement
verveelvoudiging duplication; multiplication; redoublement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blijven zitten doubler; doubler une classe; redoubler; redoubler une classe
doubleren doubler; doubler une classe; redoubler; redoubler une classe

Synoniemen voor "redoublement":