Frans

Uitgebreide vertaling voor s'accorder (Frans) in het Nederlands

s'accorder:

s'accorder werkwoord

  1. s'accorder (s'entendre sur; consentir à; donner son accord; )
    overeenkomen; overeenstemmen; eens worden
    • overeenkomen werkwoord (kom overeen, komt overeen, kwam overeen, kwamen overeen, overeen gekomen)
    • overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
    • eens worden werkwoord (word eens, wordt eens, werd eens, werden eens, eens geworden)
  2. s'accorder (concorder; convenir; consentir; s'entendre sur)
    overeenkomen; overeenstemmen met; overeenkomen met; kloppen met; stroken; stroken met
  3. s'accorder (s'harmoniser)
    samenstemmen; harmoniëren; overeenstemmen; een harmonieus geheel vormen
    • samenstemmen werkwoord (stem samen, stemt samen, stemde samen, stemden samen, samengestemd)
    • harmoniëren werkwoord (harmonieer, harmonieert, harmonieerde, harmonieerden, geharmonieerd)
    • overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)

Vertaal Matrix voor s'accorder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overeenstemmen accord; convention
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een harmonieus geheel vormen s'accorder; s'harmoniser
eens worden consentir à; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; se mettre d'accord; tomber d'accord; être d'accord avec
harmoniëren s'accorder; s'harmoniser
kloppen met concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur
overeenkomen concorder; consentir; consentir à; convenir; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; se mettre d'accord; tomber d'accord; être d'accord avec concorder; correspondre à; s'entendre sur; tomber d'accord sur; être conforme à
overeenkomen met concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur
overeenstemmen consentir à; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; s'harmoniser; se mettre d'accord; tomber d'accord; être d'accord avec concorder; correspondre; correspondre à; coïncider; être conforme à; être correct
overeenstemmen met concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur
samenstemmen s'accorder; s'harmoniser
stroken concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur concorder; correspondre à; être conforme à
stroken met concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur

Verwante vertalingen van s'accorder