Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal sélectionner

Vertaal sélectionner van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sélectionner:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor sélectionner (Frans) in het Nederlands

sélectionner:

sélectionner werkwoord (sélectionne, sélectionnes, sélectionnons, sélectionnez, )

  1. sélectionner (choisir; élire; préférer; opter pour; prendre)
    kiezen; selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften
    • kiezen werkwoord (kies, kiest, koos, kozen, gekozen)
    • selecteren werkwoord (selecteer, selecteert, selecteerde, selecteerden, geselecteerd)
    • uitzoeken werkwoord (zoek uit, zoekt uit, zocht uit, zochten uit, uitgezocht)
    • uitkiezen werkwoord (kies uit, kiest uit, koos uit, kozen uit, uitgekozen)
    • uitpikken werkwoord (pik uit, pikt uit, pikte uit, pikten uit, uitgepikt)
    • selectie toepassen werkwoord (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
    • schiften werkwoord (schift, schiftte, schiftten, geschift)
    • ziften werkwoord (zift, ziftte, ziftten, gezift)
  2. sélectionner (opter pour; élire; choisir; préférer)
    verkiezen; uitverkiezen; selectie toepassen
    • verkiezen werkwoord (verkies, verkiest, verkoos, verkozen, verkozen)
    • uitverkiezen werkwoord (verkies uit, verkiest uit, verkoos uit, verkozen uit, uitverkozen)
    • selectie toepassen werkwoord (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
  3. sélectionner (trier; classer; arranger; )
    sorteren; rangeren; schiften; uitzoeken; ordenen
    • sorteren werkwoord (sorteer, sorteert, sorteerde, sorteerden, gesorteerd)
    • rangeren werkwoord (rangeer, rangeert, rangeerde, rangeerden, gerangeerd)
    • schiften werkwoord (schift, schiftte, schiftten, geschift)
    • uitzoeken werkwoord (zoek uit, zoekt uit, zocht uit, zochten uit, uitgezocht)
    • ordenen werkwoord (orden, ordent, ordende, ordenden, geordend)
  4. sélectionner (filtrer; séparer; tamiser; trier)
    zeven; filteren; doorzijgen; filtreren; ziften
    • zeven werkwoord (zeef, zeeft, zeefde, zeefden, gezeefd)
    • filteren werkwoord (filter, filtert, filterde, filterden, gefilterd)
    • doorzijgen werkwoord
    • filtreren werkwoord (filtreer, filtreert, filtreerde, filtreerden, gefiltreerd)
    • ziften werkwoord (zift, ziftte, ziftten, gezift)
  5. sélectionner
    selecteren
    • selecteren werkwoord (selecteer, selecteert, selecteerde, selecteerden, geselecteerd)

Conjugations for sélectionner:

Présent
  1. sélectionne
  2. sélectionnes
  3. sélectionne
  4. sélectionnons
  5. sélectionnez
  6. sélectionnent
imparfait
  1. sélectionnais
  2. sélectionnais
  3. sélectionnait
  4. sélectionnions
  5. sélectionniez
  6. sélectionnaient
passé simple
  1. sélectionnai
  2. sélectionnas
  3. sélectionna
  4. sélectionnâmes
  5. sélectionnâtes
  6. sélectionnèrent
futur simple
  1. sélectionnerai
  2. sélectionneras
  3. sélectionnera
  4. sélectionnerons
  5. sélectionnerez
  6. sélectionneront
subjonctif présent
  1. que je sélectionne
  2. que tu sélectionnes
  3. qu'il sélectionne
  4. que nous sélectionnions
  5. que vous sélectionniez
  6. qu'ils sélectionnent
conditionnel présent
  1. sélectionnerais
  2. sélectionnerais
  3. sélectionnerait
  4. sélectionnerions
  5. sélectionneriez
  6. sélectionneraient
passé composé
  1. ai sélectionné
  2. as sélectionné
  3. a sélectionné
  4. avons sélectionné
  5. avez sélectionné
  6. ont sélectionné
divers
  1. sélectionne!
  2. sélectionnez!
  3. sélectionnons!
  5. sélectionné
  6. sélectionnant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor sélectionner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kiezen faire son choix; motion; voix; vote
ordenen classement; mise en ordre; rangement
selecteren sélection
uitzoeken sélection
zeven cribles; passoires
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorzijgen filtrer; sélectionner; séparer; tamiser; trier
filteren filtrer; sélectionner; séparer; tamiser; trier filtrer; transpirer
filtreren filtrer; sélectionner; séparer; tamiser; trier
kiezen choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; élire choisir; composer; numéroter; voter
ordenen arranger; classer; coupler; enchaîner; passer les vitesses; repartir; sélectionner; séparer; trier arranger; cataloguer; catégoriser; classer; classifier; faire un catalogue; ficher; grouper; ordonner; repartir; systématiser
rangeren arranger; classer; coupler; enchaîner; passer les vitesses; repartir; sélectionner; séparer; trier
schiften arranger; choisir; classer; coupler; enchaîner; opter pour; passer les vitesses; prendre; préférer; repartir; sélectionner; séparer; trier; élire acidifier; aciduler; aigrir; devenir aigre; gâcher; rendre aigre; s'acidifier; s'aigrir; surir
selecteren choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; élire sous-sélectionner
selectie toepassen choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; élire
sorteren arranger; classer; coupler; enchaîner; passer les vitesses; repartir; sélectionner; séparer; trier trier
uitkiezen choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; élire
uitpikken choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; élire
uitverkiezen choisir; opter pour; préférer; sélectionner; élire
uitzoeken arranger; choisir; classer; coupler; enchaîner; opter pour; passer les vitesses; prendre; préférer; repartir; sélectionner; séparer; trier; élire débrouiller; déchiffrer; décortiquer; décrypter; démêler; dénouer; dérober; explorer
verkiezen choisir; opter pour; préférer; sélectionner; élire aimer mieux; donner la préférence à; préférer
zeven filtrer; sélectionner; séparer; tamiser; trier
ziften choisir; filtrer; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; séparer; tamiser; trier; élire
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
sorteren tri
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kiezen composer
zeven sept

Synoniemen voor "sélectionner":


Wiktionary: sélectionner

sélectionner
verb
  1. choisir (généralement le meilleur ou les meilleurs) parmi un groupe.
Cross Translation:
FromToVia
• sélectionner → uitkiezen ↔ select — to choose one or more elements from a set







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0741 seconde
Page rendered in 1.0 seconds