Séquence in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

séquence:
- reeks; serie; cyclus; keten; ketting; aaneenschakeling; snoer; sequentie; sequens; vervolgdeel; tijdkring
Wiktionary:
- séquence → orde, sequens

Frans

Uitgebreide vertaling voor séquence (Frans) in het Nederlands

la séquence (rangée; série; collection; suite; gamme; cycle)
de reeks; de serie; de cyclus
- reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
- serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- cyclus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la séquence (enchaînement; chaîne; collier; chaînette; cycle)
de keten; de ketting; de aaneenschakeling; het snoer
- keten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- ketting [de ~] zelfstandig naamwoord
- aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- snoer [het ~] zelfstandig naamwoord
la séquence
de sequentie; de sequens
- sequentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- sequens [de ~] zelfstandig naamwoord
la séquence
het vervolgdeel
- vervolgdeel [het ~] zelfstandig naamwoord
la séquence
de reeks
- reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
la séquence (cycle; suite; gamme; série; rangée)
de cyclus; de tijdkring
- cyclus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tijdkring [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aaneenschakeling	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	addition; embranchement; enchaînement; ordre; succession; suite; série
cyclus	collection; cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série	circuit; cycle; évolution cyclique
keten	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	chaîne; chaîne commerciale; chaîne de magasins; enchaînement; entrave; fers; grande surface; hangars; magasin à succursales multiples; menotte; série
ketting	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	chaîne; collier; enchaînement; entrave; fers; menotte
reeks	collection; cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série	série
sequens	séquence
sequentie	séquence
serie	collection; cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série	famille; série
snoer	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
tijdkring	cycle; gamme; rangée; suite; séquence; série
vervolgdeel	séquence

Cross Translation:

From	To	Via
• séquence	→ orde	↔ Reihenfolge — geregelte, ordnungsgemäße Aufeinanderfolge
• séquence	→ sequens	↔ Sequenz — eine Folge von gleichartigen Dingen
• séquence	→ sequens	↔ Sequenz — Film: in sich geschlossene Gruppe aus aufeinanderfolgenden Einstellungen, die einander zugehörig sind und eine Phase in der Entwicklung der Erzählung dokumentieren