Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor scotcher (Frans) in het Nederlands

scotcher:

scotcher werkwoord

  1. scotcher (coller; engluer; fixer avec de la colle)
    lijmen; vastplakken; vastlijmen; vastkleven
    • lijmen werkwoord (lijm, lijmt, lijmde, lijmden, gelijmd)
    • vastplakken werkwoord (plak vast, plakt vast, plakte vast, plakten vast, vastgeplakt)
    • vastlijmen werkwoord (lijm vast, lijmt vast, lijmde vast, lijmden vast, vastgelijmd)
    • vastkleven werkwoord (kleef vast, kleeft vast, kleefde vast, kleefden vast, vastgekleefd)

scotcher [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le scotcher (engluer; coller)
    aanplakken; vastplakken

Vertaal Matrix voor scotcher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanplakken coller; engluer; scotcher
lijmen action de coller; collage; coller; fait de coller
vastkleven collage; fait de coller
vastlijmen action de coller; collage; coller; fait de coller
vastplakken coller; engluer; scotcher
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijmen coller; engluer; fixer avec de la colle; scotcher adhérer; attacher; coller; engluer; fixer; rattacher; s'attacher
vastkleven coller; engluer; fixer avec de la colle; scotcher
vastlijmen coller; engluer; fixer avec de la colle; scotcher adhérer; attacher; coller; engluer; fixer; rattacher; s'attacher
vastplakken coller; engluer; fixer avec de la colle; scotcher adhérer; attacher; coller; coller ensemble; engluer; fixer; ne pas décoller; plaquer; rattacher; s'attacher; s'attacher à; se coller

Synoniemen voor "scotcher":