Frans

Uitgebreide vertaling voor se modérer (Frans) in het Nederlands

se modérer:

se modérer werkwoord

  1. se modérer (maîtriser; retirer; apaiser; )
    beheersen; bedwingen; beteugelen; matigen; bedaren; intomen
    • beheersen werkwoord (beheers, beheerst, beheersde, beheersden, beheerst)
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)
    • matigen werkwoord (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
    • bedaren werkwoord (bedaar, bedaart, bedaarde, bedaarden, bedaard)
    • intomen werkwoord (toom in, toomt in, toomde in, toomden in, ingetoomd)
  2. se modérer (contraindre; contenir; retenir; )
    bedwingen; in bedwang houden; beteugelen
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • in bedwang houden werkwoord (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)
  3. se modérer (épargner; économiser)
    minder gebruiken; besparen; matigen
    • minder gebruiken werkwoord
    • besparen werkwoord (bespaar, bespaart, bespaarde, bespaarden, bespaard)
    • matigen werkwoord (matig, matigt, matigde, matigden, gematigd)
  4. se modérer (maîtriser; retenir; réprimer; )
    onderdrukken; terughouden; in bedwang houden; bedwingen; beteugelen
    • onderdrukken werkwoord (onderdruk, onderdrukt, onderdrukte, onderdrukten, onderdrukt)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
    • in bedwang houden werkwoord (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)

Vertaal Matrix voor se modérer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedaren apaiser; baisser de ton; brider; calmer; contraindre; dominer; dompter; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se modérer apaiser; calmer
bedwingen apaiser; baisser de ton; brider; broyer; calmer; concasser; contenir; contraindre; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se maîtriser; se modérer; se retenir; écraser
beheersen apaiser; baisser de ton; brider; calmer; contraindre; dominer; dompter; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se modérer brider; contrôler; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; refréner; régner; réprimer; se commander; se contenir; se posséder
besparen se modérer; économiser; épargner amoindrir; baisser; diminuer; diminuer ses dépenses; gagner; ménager; raccourcir; réduire; se garder de; se restreindre; économiser; épargner
beteugelen apaiser; baisser de ton; brider; broyer; calmer; concasser; contenir; contraindre; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se maîtriser; se modérer; se retenir; écraser brider; contrôler; dominer; dompter; maîtriser; munir de brides; refréner; réprimer
in bedwang houden broyer; concasser; contenir; contraindre; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; refouler; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se maîtriser; se modérer; se retenir; écraser
intomen apaiser; baisser de ton; brider; calmer; contraindre; dominer; dompter; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se modérer brider; contrôler; dominer; dompter; maîtriser; refréner; réprimer
matigen apaiser; baisser de ton; brider; calmer; contraindre; dominer; dompter; maîtriser; modérer; refouler; reprendre; retenir; retirer; réprimer; se contenir; se modérer; économiser; épargner amoindrir; apaiser; baisser; calmer; diminuer; diminuer ses dépenses; gagner; modérer; ménager; raccourcir; réduire; réprimer; se garder de; se restreindre; tempérer; utiliser avec parcimonie; économiser; épargner; étouffer
minder gebruiken se modérer; économiser; épargner gagner; ménager; économiser; épargner
onderdrukken broyer; concasser; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; refouler; retenir; réprimer; se contenir; se maîtriser; se modérer; se retenir; écraser réprimer; étouffer
terughouden broyer; concasser; dominer; dompter; gouverner; maîtriser; refouler; retenir; réprimer; se contenir; se maîtriser; se modérer; se retenir; écraser affecter; repousser; réserver; écarter

Verwante vertalingen van se modérer