Sonnette in het Nederlands vertaald uit het Frans

Frans

Uitgebreide vertaling voor sonnette (Frans) in het Nederlands

la sonnette (clochette; sonnerie; cloche)
de bel; de schel
- bel [de ~] zelfstandig naamwoord
- schel [de ~] zelfstandig naamwoord
la sonnette
de beller; luider
- beller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- luider [znw.] zelfstandig naamwoord
la sonnette
de deurbel
- deurbel [de ~] zelfstandig naamwoord
la sonnette
de handbel
- handbel [de ~] zelfstandig naamwoord
la sonnette
de huisbel
- huisbel [de ~] zelfstandig naamwoord
la sonnette
de heimachine; de heistelling; het heiblok
- heimachine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heistelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heiblok [het ~] zelfstandig naamwoord
la sonnette
carillonspeler
- carillonspeler [znw.] zelfstandig naamwoord
la sonnette (horizon; rive; sonnerie; cloche; bord; timbre; clochette)
de horizon; de kim; de gezichtseinder; de einder
- horizon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kim [de ~] zelfstandig naamwoord
- gezichtseinder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- einder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la sonnette (montre; horloge; pendule; clochette; cloche; sonnerie)
het zakuurwerk; het klokje; het polshorloge; het zakhorloge
- zakuurwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- klokje [het ~] zelfstandig naamwoord
- polshorloge [het ~] zelfstandig naamwoord
- zakhorloge [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bel	cloche; clochette; sonnerie; sonnette
beller	sonnette	appelant
carillonspeler	sonnette
deurbel	sonnette
einder	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
gezichtseinder	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
handbel	sonnette
heiblok	sonnette	dame; demoiselle; hie; mouton de sonnette
heimachine	sonnette
heistelling	sonnette
horizon	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
huisbel	sonnette
kim	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
klokje	cloche; clochette; horloge; montre; pendule; sonnerie; sonnette	campanule; clochette; montre; pendulette; petite sonnette
luider	sonnette
polshorloge	cloche; clochette; horloge; montre; pendule; sonnerie; sonnette
schel	cloche; clochette; sonnerie; sonnette
zakhorloge	cloche; clochette; horloge; montre; pendule; sonnerie; sonnette
zakuurwerk	cloche; clochette; horloge; montre; pendule; sonnerie; sonnette
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schel		aigu; criard; mordant; perçant; pointu; strident; suraigu; violent

clochette; grelot; clarine; bélière; sonnaille; cloche; timbre; carillon; sonnerie; appel; avertisseur

sonnette

noun

clochette dont on se servir pour appeler ou pour avertir.
- sonnette → bel; rinkelbel; schel; klok
Construction : machine dont on se sert pour enfoncer des pieux
- sonnette → heistelling