Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tout:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tout (Frans) in het Nederlands

tout:

tout bijvoeglijk naamwoord

  1. tout (tous; toutes; toute; )
    alles; allemaal
  2. tout
    alle
    • alle bijvoeglijk naamwoord
  3. tout (entier; complet; total)
    gehele
    • gehele bijvoeglijk naamwoord

tout [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tout (univers; espace; cosmos)
    de ruimte; wereldruimte; het heelal; het universum

Vertaal Matrix voor tout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alles totalité; état complet
heelal cosmos; espace; tout; univers
ruimte cosmos; espace; tout; univers espace; salle; salle de répartition
universum cosmos; espace; tout; univers
wereldruimte cosmos; espace; tout; univers
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allemaal en totalité; entier; entièrement; intégral; intégralement; total; totalement; tous; tous ensemble; tout; toute; toutes tous; tous ensemble; tout le monde; toutes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alle tout
alles en totalité; entier; entièrement; intégral; intégralement; total; totalement; tous; tous ensemble; tout; toute; toutes
gehele complet; entier; total; tout

Synoniemen voor "tout":


Wiktionary: tout

tout
pronoun
  1. alle
  2. al het mogelijke, de gehele verzameling of hoeveelheid zonder uitzondering

Cross Translation:
FromToVia
tout alles; totaal; helemaal all — intensifier
tout elk; ieder every — all of a countable group
tout alles everything — all the things
tout totaal; totale; geheel; gehele total — entire
tout ieder jeder — Bildet eine Iteration über alle Einzelnen einer Gruppe

Verwante vertalingen van tout