Frans

Uitgebreide vertaling voor uniformité (Frans) in het Nederlands

uniformité:

uniformité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'uniformité (unité; similitude; analogie)
    de eenheid; de uniformiteit; de gelijkvormigheid; de eenvormigheid
  2. l'uniformité
    de eenzelvigheid; de uniformiteit
  3. l'uniformité (en bonne proportion; égalité; conformité; )
    de evenredigheid; juiste proportie
  4. l'uniformité (absence de couleur; tristesse; ennui; )
    de somberheid; de kleurloosheid; de grauwheid
  5. l'uniformité (analogie; égalité; similitude; )
    de analogie; de gelijksoortigheid; gelijkaardigheid; soortgelijkheid
  6. l'uniformité (analogie; identité; similitude)
    de uniformiteit; de monotonie

Vertaal Matrix voor uniformité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
analogie analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
eenheid analogie; similitude; uniformité; unité corps d'armée; totalité; unité; unité d'armée; état complet
eenvormigheid analogie; similitude; uniformité; unité grisaille; monotonie
eenzelvigheid uniformité
evenredigheid conformité; en bonne proportion; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijkaardigheid analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijksoortigheid analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijkvormigheid analogie; similitude; uniformité; unité
grauwheid absence de couleur; ennui; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité grisaille; manque de couleur; pâleur
juiste proportie conformité; en bonne proportion; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
kleurloosheid absence de couleur; ennui; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité grisaille; manque de couleur; pâleur
monotonie analogie; identité; similitude; uniformité grisaille; monotonie
somberheid absence de couleur; ennui; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité découragement; désespoir; désespérance; grisaille; manque de couleur; morosité; mélancolie; pâleur; tristesse
soortgelijkheid analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
uniformiteit analogie; identité; similitude; uniformité; unité grisaille; monotonie

Synoniemen voor "uniformité":


Wiktionary: uniformité

uniformité
noun
  1. het uniform zijn