Frans

Uitgebreide vertaling voor usé (Frans) in het Nederlands

usé:

usé bijvoeglijk naamwoord

  1. usé
    versleten; vervallen; afgeleefd; oud; afgedragen; afgetrapt
  2. usé
    afgesleten
  3. usé
    doorgesleten
  4. usé (exploité; usagé)
    geëxploiteerd; uitgebuit
  5. usé (estompé)
    uitgesleten
  6. usé (éreinté)
    afgesloofd
  7. usé (usant vite ses vêtements)
    sleets
    • sleets bijvoeglijk naamwoord
  8. usé (décrépit; gâteux; hors d'âge)
    aftands

Vertaal Matrix voor usé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vervallen expiration; écoulement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vervallen aborder; aboutir; aboutir à; aller en pente; amoindrir; arriver; arriver à; atteindre; atterrir; baisser; couler; descendre; descendre en pente douce; diminuer; décliner; décroître; délabrer; dépérir; expirer; finir; parvenir; parvenir à; passer; prendre fin; réduire; réussir; s'achever; s'arrêter; s'enfoncer; s'enliser; s'écouler; se délabrer; se passer; se retrouver; se terminer; se terminer par; sombrer; stopper; terminer; tomber dans; tomber en ruïne
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgeleefd usé
afgesloofd usé; éreinté
aftands décrépit; gâteux; hors d'âge; usé
oud usé ancien; antique; archaïque; du troisième âge; défraîchi; démodé; fade; insipide; mou; peu appétissant; vieux; âgé
sleets usant vite ses vêtements; usé
versleten usé
vervallen usé expiré; passé; écoulé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgedragen usé
afgesleten usé
afgetrapt usé
doorgesleten usé
geëxploiteerd exploité; usagé; usé exploité
uitgebuit exploité; usagé; usé
uitgesleten estompé; usé

Synoniemen voor "usé":


Wiktionary: usé


Cross Translation:
FromToVia
usé gedragen worn — past participle of wear

Verwante vertalingen van usé