Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor vitaliser (Frans) in het Nederlands

vitaliser:

vitaliser werkwoord

  1. vitaliser (ranimer; raviver; aviver; vivifier; animer)
    opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; verlevendigen; opleven
    • opwekken werkwoord (wek op, wekt op, wekte op, wekten op, opgewekt)
    • tot leven wekken werkwoord (wek tot leven, wekt tot leven, wekte tot leven, wekten tot leven, tot leven gewekt)
    • activeren werkwoord (activeer, activeert, activeerde, activeerden, geactiveerd)
    • reanimeren werkwoord
    • verlevendigen werkwoord (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)
    • opleven werkwoord (leef op, leeft op, leefde op, leefden op, opgeleefd)

Vertaal Matrix voor vitaliser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opwekken excitation; instigation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activeren animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier activer; animer; déclencher; enflammer; raviver; stimuler; vivifier
opleven animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier reprendre ses forces; se réanimer
opwekken animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier actionner; activer; aguillonner; aiguillonner; aiguiser; allumer; ameuter; animer; enflammer; exciter; inciter; mettre en marche; picoter; piquer; pousser; raviver; stimuler; vivifier
reanimeren animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier
tot leven wekken animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier
verlevendigen animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier rafraîchir; renouveler; se rafraîchir