Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. faisceau:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faisceau (Frans) in het Zweeds

faisceau:

faisceau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le faisceau
    knyte; bunt
    • knyte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bunt [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le faisceau (gerbe; botte)
    bunt; knippa; kärve
    • bunt [-en] zelfstandig naamwoord
    • knippa [-en] zelfstandig naamwoord
    • kärve [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faisceau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bunt botte; faisceau; gerbe comble; des tas de gens; ferme; foule; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; lot; masse; meute; multitude de gens; offre groupée; troupe
knippa botte; faisceau; gerbe filet; traînée
knyte faisceau
kärve botte; faisceau; gerbe

Synoniemen voor "faisceau":


Wiktionary: faisceau


Cross Translation:
FromToVia
faisceau stråle beam — ray
faisceau bunt sheaf — any collection of things bound together; a bundle
faisceau kärve sheaf — mathematical construct

Verwante vertalingen van faisceau