Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. accessoire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor accessoire (Frans) in het Zweeds

accessoire:

accessoire bijvoeglijk naamwoord

  1. accessoire (additionnel; complémentaire)
  2. accessoire (subordonné; docile; inférieur; )
    underordnad; underordnat

accessoire [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'accessoire
    tillbehör; accessoar
  2. l'accessoire (périphérique)
    tillbehör; kringutrustning

Vertaal Matrix voor accessoire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessoar accessoire
kringutrustning accessoire; périphérique appareillage périphérique; unité périphérique
tillbehör accessoire accessoires; compléments
underordnad dépendant; inférieur; infériorité; subordination; subordonné
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
underordnad accessoire; docile; inférieur; secondaire; servile; soumis; subalterne; subordonné enfant; subalterne; subordinatoire; subordonnant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillbehör accessoire; périphérique
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
underordnad jeune
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
till saken kommande accessoire; additionnel; complémentaire
underordnat accessoire; docile; inférieur; secondaire; servile; soumis; subalterne; subordonné subalterne; subordinatoire; subordonnant

Synoniemen voor "accessoire":


Wiktionary: accessoire

accessoire
adjective
  1. Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal.
noun
  1. Ce qui suivre ou accompagner le principal.

Cross Translation:
FromToVia
accessoire tillbehör; accessoar accessory — that which belongs to something else deemed the principal, attachment
accessoire accessoar accessory — clothing accessory
accessoire rekvisita property — an object used in a dramatic production
accessoire accessoar Accessoire — modisches Zubehör, besonders zur Kleidung (Schmuck, Gürtel, und so weiter)

Verwante vertalingen van accessoire