Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal accrochage

Vertaal accrochage van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

accrochage:
- kollision; sammanstötning; motsättning; meningskiljaktlighet; misshällighet; stöta ihop med; skärmytsling; haka fast; haka på
Wiktionary:
- accrochage → upphängande

Frans

Uitgebreide vertaling voor accrochage (Frans) in het Zweeds

accrochage:

accrochage [le ~] zelfstandig naamwoord

l'accrochage (collision; heurt)
kollision; sammanstötning
- kollision [-en] zelfstandig naamwoord
- sammanstötning [-en] zelfstandig naamwoord
l'accrochage (dispute; conflit; querelle; collision; litige; désaccord; discorde; altercation; différend; heurt; démêlé)
motsättning; meningskiljaktlighet; misshällighet
- motsättning [-en] zelfstandig naamwoord
- meningskiljaktlighet zelfstandig naamwoord
- misshällighet [-en] zelfstandig naamwoord
l'accrochage (collision; altercation; coup; choc; cahot)
stöta ihop med
- stöta ihop med zelfstandig naamwoord
l'accrochage (escarmouche; bagarre)
skärmytsling
- skärmytsling [-en] zelfstandig naamwoord
l'accrochage (agrafage)
haka fast
- haka fast zelfstandig naamwoord
l'accrochage (crochet)
haka på
- haka på zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor accrochage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
haka fast	accrochage; agrafage
haka på	accrochage; crochet
kollision	accrochage; collision; heurt	collision
meningskiljaktlighet	accrochage; altercation; collision; conflit; différend; discorde; dispute; démêlé; désaccord; heurt; litige; querelle
misshällighet	accrochage; altercation; collision; conflit; différend; discorde; dispute; démêlé; désaccord; heurt; litige; querelle
motsättning	accrochage; altercation; collision; conflit; différend; discorde; dispute; démêlé; désaccord; heurt; litige; querelle	contestation; inconsistance; inconséquence; objection; opposition; plainte; protestation; réclamation; résistance
sammanstötning	accrochage; collision; heurt	abordage; collision
skärmytsling	accrochage; bagarre; escarmouche
stöta ihop med	accrochage; altercation; cahot; choc; collision; coup
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kollision		choc

Synoniemen voor "accrochage":

accident; dispute; agrafage; fermeture; fixation; algarade; sortie; scène; insulte; querelle; incartade; attaque; avanie; bagarre; rixe; bataille; empoignade; combat; altercation; échauffourée; grabuge; bousculade; désordre; chahut; heurt; remous; secousse; escarmouche

Wiktionary: accrochage

accrochage

noun

action d’accrocher.
- accrochage → upphängande