Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bruire:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bruire (Frans) in het Zweeds

bruire:

bruire werkwoord

  1. bruire (faire un bruit léger; siffler; murmurer)
    prassla; frasa; rassla; smattra
    • prassla werkwoord (prasslar, prasslade, prasslat)
    • frasa werkwoord (frasar, frasade, frasat)
    • rassla werkwoord (rasslar, rasslade, rasslat)
    • smattra werkwoord (smattrar, smattrade, smattrat)
  2. bruire (mousser; pétiller; être en effervescence; scintiller)
    bubbla; pärla
    • bubbla werkwoord (bubblar, bubblade, bubblat)
    • pärla werkwoord (pärlar, pärlade, pärlat)
  3. bruire (crépiter; gazouiller; frémir; )
    prassla; frasa; smattra
    • prassla werkwoord (prasslar, prasslade, prasslat)
    • frasa werkwoord (frasar, frasade, frasat)
    • smattra werkwoord (smattrar, smattrade, smattrat)

Vertaal Matrix voor bruire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pärla perle; perle de verre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bubbla bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence jaillir; sourdre
frasa bruire; crisser; crépiter; faire un bruit léger; froufrouter; frémir; gazouiller; grouiller; grésiller; murmurer; se froisser; siffler; susurrer envelopper; formuler; froisser; froufrouter; murmurer; phraser; présenter; tourner
prassla bruire; crisser; crépiter; faire un bruit léger; froufrouter; frémir; gazouiller; grouiller; grésiller; murmurer; se froisser; siffler; susurrer froisser; froufrouter; murmurer
pärla bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence perler; pétiller
rassla bruire; faire un bruit léger; murmurer; siffler faire un bruit sourd; froisser; froufrouter; murmurer
smattra bruire; crisser; crépiter; faire un bruit léger; froufrouter; frémir; gazouiller; grouiller; grésiller; murmurer; se froisser; siffler; susurrer
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bubbla bulle
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pärla de perles

Synoniemen voor "bruire":