Frans

Uitgebreide vertaling voor causerie (Frans) in het Zweeds

causerie:

causerie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la causerie (bavardage; brin de causette)
    rykte; skvaller; prat
    • rykte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skvaller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. la causerie (bavardage; causette; papotage)
    prat; pratande; småprat
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • pratande zelfstandig naamwoord
    • småprat [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la causerie (bavardage; papotage; balivernes; )
    babbel; tjatter; kackel; snattrande
  4. la causerie (conversation; entretien; interview; bavardage)
    samtal; konversation; pratstund
  5. la causerie (entretien; bavardage; parler; conversation; brin de causette)
    pratstund; samspråk; kallprat; småprat

causerie [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le causerie (bavardage; papotage)
    skvaller; prat
    • skvaller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor causerie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbel babillage; balivernes; bavardage; bavardages; causerie; commérages; jacassement; papotage; radotage; radotages
kackel babillage; balivernes; bavardage; bavardages; causerie; commérages; jacassement; papotage; radotage; radotages
kallprat bavardage; brin de causette; causerie; conversation; entretien; parler
konversation bavardage; causerie; conversation; entretien; interview conversation; conversations; dialogue; discussion; entretien; entrevue; interview; préservation
prat bavardage; brin de causette; causerie; causette; papotage babillage; bavardage; bavardages; bobards; bêtises; calomnie; cancan; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; non-sens; papotage; potins; racontars; radotages; ragot; ragots; sottises
pratande bavardage; causerie; causette; papotage
pratstund bavardage; brin de causette; causerie; conversation; entretien; interview; parler
rykte bavardage; brin de causette; causerie considération; information officieuse; nom; notoriété; nouvelle; prestige; renommée; réputation
samspråk bavardage; brin de causette; causerie; conversation; entretien; parler dialogue; entretien; préservation
samtal bavardage; causerie; conversation; entretien; interview appel; conversation; dialogue; dialogues; discussion; entretien; entrevue; négociation
skvaller bavardage; brin de causette; causerie; papotage babillage; bavard; bavardage; bavardages; bobards; bêtises; calomniatrice; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; causeur; clabaudage; commérage; commérages; diffamateur; diffamation; infamie; moulin à paroles; médisance; non-sens; papotage; parleur; potins; racontar; racontars; radotages; ragot; ragots; rumeur; son; sottises; voix
småprat bavardage; brin de causette; causerie; causette; conversation; entretien; papotage; parler
snattrande babillage; balivernes; bavardage; bavardages; causerie; commérages; jacassement; papotage; radotage; radotages
tjatter babillage; balivernes; bavardage; bavardages; causerie; commérages; jacassement; papotage; radotage; radotages bobards; bêtises; non-sens; potins; sottises

Synoniemen voor "causerie":