Courage in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

courage:
- mod; nerv; våga; ha mod; ta risken; spänstighet; hjältemod; utan räddsla; tapperhet; förvägenhet; gallanteri; våghalsighet
Wiktionary:
- courage → mandom, mod
- courage → tapperhet, mod, upp med hakan

Frans

Uitgebreide vertaling voor courage (Frans) in het Zweeds

le courage (audace; témérité; culot; bravoure; cran; hardiesse)
mod; nerv
- mod zelfstandig naamwoord
- nerv [-en] zelfstandig naamwoord
le courage (audace)
våga; ha mod; ta risken
- våga zelfstandig naamwoord
- ha mod zelfstandig naamwoord
- ta risken zelfstandig naamwoord
le courage (fermeté; énergie; fait d'être ferme)
mod; spänstighet
- mod zelfstandig naamwoord
- spänstighet zelfstandig naamwoord
le courage (héroïsme; bravoure; hardiesse; vaillance)
hjältemod
- hjältemod [-ett] zelfstandig naamwoord
le courage (audace; cran; culot; hardiesse; témérité; intrépidité)
utan räddsla
- utan räddsla zelfstandig naamwoord
le courage (bravoure; vigueur; intrépidité; fermeté; solidité; hardiesse; vaillance)
mod; tapperhet; förvägenhet; gallanteri; våghalsighet
- mod zelfstandig naamwoord
- tapperhet [-en] zelfstandig naamwoord
- förvägenhet zelfstandig naamwoord
- gallanteri zelfstandig naamwoord
- våghalsighet [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förvägenhet	bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
gallanteri	bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
ha mod	audace; courage
hjältemod	bravoure; courage; hardiesse; héroïsme; vaillance	héroïsme
mod	audace; bravoure; courage; cran; culot; fait d'être ferme; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; témérité; vaillance; vigueur; énergie	calvitie
nerv	audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; témérité	nerf
spänstighet	courage; fait d'être ferme; fermeté; énergie	dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie
ta risken	audace; courage
tapperhet	bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
utan räddsla	audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
våga	audace; courage
våghalsighet	bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur	audace; témérité
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
våga		aventurer; engager son argent; faire son jeu; hasarder; ne pas reculer devant; oser; risquer; se risquer dans
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utan räddsla		assuré; avec assurance; sans angoisse; sans crainte

courage

noun

Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger
- courage → mandom; mod

Cross Translation:

From	To	Via
• courage	→ tapperhet	↔ bravery — being brave
• courage	→ tapperhet; mod	↔ courage — quality of a confident character
• courage	→ mod	↔ moed — dapperheid, lef, branie
• courage	→ mod	↔ Courage — Gefühl, bei dem trotz gefährlicher Situation keine Angst auftreten
• courage	→ upp med hakan	↔ Kopf hoch — aufmunternde Aufforderung, sich nicht zu sehr in seine Trauer oder schlechte Laune hereinsteigern
• courage	→ mod	↔ Mut — Geisteshaltung, bei der Handlungen in einer gefährlichen, kritischen oder waghalsigen Situation energisch und furchtlos ausgeführt werden
• courage	→ tapperhet	↔ Tapferkeit — menschliche Fähigkeit, als Individuum oder als Gruppe Gleichgesinnter einer schwierigen Situation entgegenzutreten